Overstromingen Zuid-Soedan: bron van ziektes (3/3)

Voor het derde jaar op rij is een groot deel van Zuid-Soedan overstroomd. Meer dan 800.000 mensen zijn getroffen. Het gebied rond Bentiu is het hardst geraakt. Er zijn 30.000 mensen gevlucht naar het Bentiu-kamp, waar er nu 130.000 mensen in extreem slechte hygiënische omstandigheden leven. Zo zijn er nauwelijks bruikbare toiletten in het kamp. Sinds de overstromingen zijn veel toiletten overgelopen, waardoor uitwerpselen in waterleidingen terechtkomen. Op plaatsen waar water wordt afgevoerd, liggen dode geiten en honden. Schoon drinkwater is er nauwelijks.

Door de constante toestroom van mensen zal de situatie in het Bentiu-kamp alleen maar erger worden. In deze omstandigheden verspreiden ziektes zoals diarree en cholera zich snel. Terwijl ons ziekenhuis in het kamp al overspoeld is met patiënten. De meeste patiënten zijn kinderen jonger dan 5 jaar. Veel kinderen hebben malaria, luchtweginfecties of zijn ernstig ondervoed. ‘We maken ons grote zorgen,’ zegt noodhulpmanager Jacob Goldberg. ‘Het aantal kinderen met ernstige ondervoeding is sinds de overstromingen verdubbeld.’

Onze teams hebben de medische activiteiten opgeschaald. Ook monitoren we de infectieziektes in het kamp. Zo houden we bij welke ziektes we vaststellen en bij wie. Daar passen we onze medische zorg op aan. We helpen bij de reparatie van de toiletten in het kamp en proberen ze schoon te houden. Deze werkzaamheden zijn echter niet genoeg om aan de enorme behoeften te voldoen. Er is dringend meer voedsel, schoon drinkwater en onderdak nodig. Ook de medische zorg en sanitaire voorzieningen moeten worden opgeschaald. We roepen andere humanitaire organisaties, de Verenigde Naties en de Zuid-Soedanese overheid op om meer hulp te bieden. Levens staan op het spel.