We móeten iets doen

In 2009 was het Boost-ziekenhuis een schim van wat het nu is, met slechts 20 patiënten in 150 bedden. Het meeste medische personeel was er alleen in de ochtend. Tegelijkertijd was de nood in de regio rond Lashkar Gah enorm. De provincie waarin de stad ligt, Helmand, had zwaar te lijden onder de oorlog in Afghanistan. Raketinslagen en geweerschoten waren er aan de orde van de dag.

Ons besluit om in 2009 in Helmand aan de slag te gaan was ongebruikelijk moeilijk. 5 jaar eerder waren 5 van onze medewerkers in het noorden van het land in koelen bloede vermoord toen ze onderweg waren naar hun compound. Daarop besloten we al onze teams uit heel Afghanistan terug te trekken.

Maar in de jaren die volgden werd de situatie in het land steeds slechter. Mensen hadden nauwelijks toegang tot medische zorg. In 2009 viel daarom het besluit: we móeten iets doen. We kozen voor een van de zwaarst getroffen provincies: Helmand, in het zuiden van Afghanistan.

Ons eerste team trof een heel zorgelijke situatie aan: de kwaliteit van de medische zorg bleek verouderd, en geneesmiddelen werden routine- en overmatig voorgeschreven. En hoewel een consult soms gratis was, werden patiënten bijna altijd naar particuliere apotheken gestuurd om medicijnen te kopen. Onbetaalbaar voor arme gezinnen. Zelfs als ze het zich wel konden veroorloven, liepen ze alsnog het risico dat de medicijnen van lage kwaliteit waren of zelfs nep. Ook kwamen we erachter dat mensen zich niet veilig voelden in ziekenhuizen, en dat de tocht er naartoe erg gevaarlijk was, zo niet onmogelijk.

Volledig functionerend ziekenhuis

Boost-ziekenhuis werd een van onze eerste projecten na terugkomst in het land. Het ziekenhuis is de enige overheidsziekenhuis in de provincie, en een van de enige 2 overheidsziekenhuizen in heel Zuid-Afghanistan. Ons doel was om het Boost uit te breiden en 24 uur per dag, 7 dagen per week volledig functionerend te krijgen. Een ziekenhuis waar mensen zich veilig voelen. Zoals overal waar we werken kwam er een verbod op wapens in het hospitaal, en schroefden we stapje voor stapje de zorg op naar een hoog kwaliteitsniveau. Die zorg werd bovendien, zoals in al onze klinieken, gratis.

Nu, 10 jaar later, hebben we onze doelstellingen ruimschoots gehaald. In samenwerking met het ministerie van volksgezondheid hebben we het ziekenhuis drastisch gerenoveerd. We hebben het medisch personeel uitvoerig getraind, waardoor de kwaliteit van zorg enorm is verbeterd. Het aantal personeelsleden is gestegen van 150 naar ruim 900 en het aantal bedden van 150 naar 400. Het patiënten dat we opnemen is toegenomen van ongeveer 120 per maand in 2009 tot zo’n 3.500 per maand nu. Ongeveer een miljoen mensen kunnen rekenen op de steun van het ziekenhuis.

Medische behoefte nog steeds hoog

De behoefte aan medische zorg in het gebied is nog altijd erg groot. Alleen al dit jaar hebben we meer dan 13.200 zwangere vrouwen geholpen veilig te bevallen en hebben we bijna 68.000 kinderen behandeld, waaronder 3.392 voor ondervoeding. Elke dag kunnen wij hier het verschil maken voor de mensen die ons zo hard nodig hebben. En zolang dat nodig is, blijven we dat doen.