
Jij kunt helpen
In de meest moeilijke omstandigheden blijven onze teams medische hulp verlenen. Linksom of rechtsom: we gaan tot het uiterste. In Gaza, in Soedan, en op tal van andere plekken waar mensen geen dag langer kunnen wachten op zorg. Help mee.
Een hulpsysteem dat niet helpt
Al drie maanden is er sprake van een bijna totale blokkade van hulpgoederen. In officiële verklaringen beweert Israël dat er hulp Gaza binnenkomt, maar in werkelijkheid is die minimale noodhulp een illusie: hulporganisaties kunnen nauwelijks nog het broodnodige leveren aan de mensen die volledig afhankelijk zijn van humanitaire hulp. ‘Er is een tekort aan alles,’ zegt Katja Storck, onze manager Verpleegkunde. ‘Aan gaas, medicijnen, voedsel voor patiënten. Maar ook aan therapeutische voeding die nodig is om kinderen die ondervoed zijn er weer bovenop te helpen.’
Als mensen te vroeg komen, worden ze beschoten. Zijn ze op tijd maar is het te druk? Dan ook. Zijn ze te laat, dan worden ze beschoten omdat het gebied inmiddels is geëvacueerd.noodhulpcoördinator Aitor Zabalgogeazkoa
Beschoten bij voedseluitgifte
In Gaza zijn vier voedseluitgiftepunten die worden beheerd door de Gaza Humanitarian Foundation (GHF), opgezet door de Verenigde Staten en gesteund door Israël. Maar wie daar naartoe gaat, riskeert zijn leven voor een beetje eten. Wie niet gaat, loopt het risico te verhongeren. Een onmenselijk dilemma.
Sinds juni zien onze teams een grote toename van mensen met schotwonden. In één week tijd steeg het aantal patiënten met die verwondingen in ons veldhospitaal in Deir al-Balah met 190 procent. In onze klinieken in Khan Younis en Deir al-Balah zagen we de hoogste aantallen tot nu toe. Tussen 7 en 27 juni behandelden we 423 gewonden in Al-Mawasi, allemaal mensen die rechtstreeks van de voedseluitgiftepunten kwamen.
‘Medewerkers zetten de pallets neer en openen de dozen. Daarna moeten duizenden mensen vechten om de laatste rijstkorrel,’ vertelt Aitor Zabalgogeazkoa, onze noodhulpcoördinator in Gaza. ‘Als mensen te vroeg komen, worden ze beschoten. Zijn ze op tijd maar is het te druk? Dan ook. Zijn ze te laat, dan worden ze beschoten omdat het gebied inmiddels is geëvacueerd.’
Meer dan 500 mensen zijn inmiddels gedood bij deze distributiepunten. Zo’n 4.000 raakten gewond. Een van hen is Ashraf (17). Op 23 juni ging hij naar een voedseluitgiftepunt. ‘Er was niets meer te eten in de tent waar hij met ons verbleef,’ vertelt zijn moeder Hanan*. ‘Ik zei dat het te gevaarlijk was. Hij wilde toch iets halen voor zijn zusje. Een halfuur later belde hij, huilend. Hij was neergeschoten. Deze ‘hulp’ is doordrenkt van bloed.’ Ashraf werd behandeld in onze kliniek in Al-Mawasi.
Stop gebruik hulp als wapen
Opnieuw roepen we op tot een langdurig staakt-het-vuren en ongehinderde humanitaire toegang tot de Gazastrook. Laat voedsel, medische hulp, brandstof en schoon water binnen. Humanitaire hulp is geen oorlogswapen. Dit móet stoppen.
* Naam gefingeerd uit privacyoverwegingen