Acute hulp nodig

Een van onze teams heeft de situatie ter plaatse onderzocht. ‘De mensen hebben van alles nodig. Om te beginnen schoon drinkwater en noodtoiletten. En mensen hebben voedsel, onderdak en acuut medische hulp nodig,’ aldus Gautam Chatterjee, landencoördinator van Artsen zonder Grenzen voor Somalië. ‘Mensen hebben last van diarree, door insecten overgebrachte ziekten als malaria en luchtweginfecties. En we maken ons zorgen dat er meer kinderen ondervoed raken.’

Gautam Chatterjee, landencoördinator van Artsen zonder Grenzen © MSF

Beledweyne geheel onder water

Door hevige regenval in de Ethiopische hooglanden is de Shabelle-rivier buiten zijn oevers getreden. De Shabelle loopt vanuit Ethiopië door het midden en zuiden van Somalië. Door de overstromingen zijn naar schatting 270.000 mensen dakloos geworden, zijn er doden gevallen en is vee verdronken. Mensen zijn naar hoger gelegen gebieden gevlucht. De hele stad Beledwyne, met een kleine 500.000 inwoners, inclusief het algemene ziekenhuis, staat geheel onder water. Beledweyne ligt in de Hiraan-regio in Centraal-Somalië. Deze regio is het zwaarst getroffen door de overstroming.

Voedsel, dekens en schoon water

Hielko Bartlema coördineert de logistiek vanuit Nairobi voor onze hulp in Somalië: ‘Wij zijn op dit moment bezig met onze eerste acties. Precies een week geleden is onze eerste team in het gebied aangekomen. Toen hebben we gezorgd dat er voedsel en beschermingsmateriaal voor de mensen aanwezig zouden zijn zoals dekens en plastic zeil. Wij zijn op dit moment bezig zijn met het uitdelen van voedsel en het verzorgen van schoon water en het bouwen van latrines en toiletten. Binnen de kortste keren kunnen er ook ziekten opkomen zoals diarree en in het ergste geval, cholera. Daar zijn wij ons nu op aan het voorbereiden.’

Schaal veel groter dan normaal

‘Het is wel eerder gebeurd dat mensen van hun huis weg moesten vanwege overstroomde rivieren, maar de schaal is nu veel groter. Veel groter dan normaal, dus we weten niet wanneer de mensen terug naar huis kunnen.’