Karline

Karline Kleijer

hoofd van het noodhulpteam

‘Als grote groepen mensen moeten vluchten, een natuurramp toeslaat of er een epidemie uitbreekt en de situatie is écht acuut, gaat alles draaien om zo snel mogelijk hulp te kunnen bieden’, zegt Karline. ‘Als we al in het noodgebied werken, heeft het noodhulpteam meteen contact met onze veldteams daar. We overleggen met andere hulporganisaties en lokale autoriteiten en we volgen natuurlijk de media.’

Een eerste plan

‘Binnen een uur maken we op basis van de informatie die we zo verzamelen een eerste hulpplan. Binnen 24 uur zijn de eerste mensen van ons team onderweg. Afhankelijk van de noodsituatie sturen we onmiddellijk de eerst hulpgoederen of wachten we tot het eerste team op de grond is om te bepalen wat er verder nodig is. Ondertussen stellen we aanvullende teams samen en begint onze afdeling logistiek met het organiseren van de eerste zending hulpgoederen.’

Verpleegkundige Kate White staat als lid van het noodhulpteam permanent klaar om af te reizen: ‘Ik heb thuis een speciale la met kleren en spullen voor crisissituaties. Mijn rugzak is in vijf minuten gepakt.’ Kate leidde de teams die in de Democratische Republiek Congo de mazelenepidemie bestrijden waar op dit moment al duizenden kinderen aan gestorven zijn.

Als het nodig is, bel ik m’n team om 5 uur ’s ochtends uit bed.
Karline Kleijer

Op de motor

'Ons team in de DR Congo vroeg om hulp. Informatie wees erop dat de epidemie vooral had toegeslagen buiten de gebieden waar we normaal werken. Om snel een vinger achter de situatie te krijgen, zat ik een paar dagen later achterop bij één van onze Congolese motorrijders, de enige manier om via de modderige wegen in de jungle ergens te komen. Zo kon ik de lokale klinieken bereiken.

Ik sprak er met de artsen en verpleegkundigen en zag in hun registers hoe snel de epidemie om zich heen aan het grijpen was, vooral in het district Aketi. Nu wist ik waar we moesten zijn en nadat we hadden overlegd met de gezondheidsautoriteiten van Aketi belde ik met Amsterdam voor een team van extra medische staf en de eerste hulpvracht, medicatie voor 2.000 patiënten goed voor 3 maanden.’

Foto: Artsen zonder Grenzen motors onderweg in DR Congo.

Artsen zonder Grenzen motors onderweg in DR Congo. © Pablo Garrigos/MSF

Artsen zonder Grenzen motors onderweg in DR Congo. © Pablo Garrigos/MSF
Als het moet dan huren we een eigen vrachtvliegtuig.
Karline Kleijer

Binnen 48 uur

Logistiek medewerker Johan Griffioen is een van onze mensen die zorgen dat noodhulpmaterialen en medicijnen op de plaats van bestemming komen. ‘We hebben op Schiphol een opslag met zo’n 500 soorten artikelen. De voorraden beslaan een oppervlakte van twee voetbalvelden groot en zo’n tien meter hoog: eindeloze stellingen met medicijnen, tenten, generatoren. Ook in Brussel, Bordeaux en Dubai staan dit soort hallen, zodat we altijd genoeg materialen hebben om direct in te kunnen zetten.’

‘Bij een acute noodsituatie verzenden we vanuit die opslag binnen 48 uur een zending hulpgoederen. Als het moet, huren we daarvoor een eigen vrachtvliegtuig. De laatste keer was dat in 2010, na de grote aardbeving in Haïti, die de hoofdstad Port-au-Prince in puin had gelegd. We waren tot laat doorgegaan om 60 ton aan pallets met auto’s, watertanks, generatoren, medicatie, chirurgisch materiaal, verbandmiddelen, etc. klaar te zetten. Door omstandigheden kon ons vliegtuig echter niet op Schiphol landen. We vonden snel uit dat vliegen vanaf Oostende in België wel kon. We belden onze logistiek dienstverlener met de mededeling: “Er moet 60 ton noodhulpgoederen naar België.” “Wanneer?” “Vanavond nog.” En dat lukte. We waren op tijd in de lucht.’

Aardbeving in Haïti
Artsen behandelen gewonde patiënten na de aardbeving. ©Julie Remy

In Haïti werd de zending meteen ingezet in de totaal verwoeste stad. ‘Het aantal gewonden in de stad was enorm, onze medische teams konden de toeloop bijna niet aan’, vertelt Karline, toen noodhulpcoördinator in de stad. ‘De vracht was nog maar nauwelijks aangekomen, of ik zag teamleden de dozen alweer inladen om mee te nemen naar hun geïmproviseerde ziekenhuizen’.

In het licht van koplampen

In Haïti behandelden we in de eerste drie maanden na de ramp 123.000 mensen en opereerden we 5.700 zwaargewonden. Karline: ‘De aardbeving had zoveel verwoest, dat het moeilijk was om gebouwen te vinden die veilig genoeg waren om in te werken. Daarom hadden we in de eerste week geen andere keuze dan op straat te opereren, in de buitenlucht. Zo enorm was het aantal gewonden dat acuut zorg nodig had. We gingen 24 uur per dag door, bij het licht van koplampen, om zoveel mogelijk mensen te kunnen helpen.’

Onmiddellijk in actie

Samen met de rest van de organisatie staat ons noodhulpteam iedere dag klaar om onmiddellijk in actie te komen. ‘Na tien jaar bij deze organisatie ben ik nog steeds enorm onder de indruk van de schaal waarop we hulp kunnen bieden in acute crisissituaties’, zegt Kate White. ‘Wat er ook nodig is - een volledig uitgerust veldhospitaal, een compleet drinkwatersysteem voor 100.000 mensen - het komt voor elkaar. Er zijn maar heel weinig organisaties die dat zo snel kunnen.’