Onze epidemioloog Annick Lenglet.

Annick Lenglet

epidemioloog

De epidemioloog doet onderzoek naar wie er door een ziekte getroffen wordt en welke factoren hier mogelijk een rol bij spelen. Bij deze factoren kun je denken aan geslacht, leeftijd, voeding en eventuele besmettingsbronnen.

1. Jij bent epidemioloog. Had je al snel door hoe ernstig dit coronavirus is?

Toen Wuhan in lockdown ging, vermoedde ik al dat het veel groter was dan we toen in Europa dachten. Het was snel duidelijk dat COVID-19 zich heel vlug verspreidde. Ik dacht: als dit virus net zo snel is als de griep, dan is het nu al op veel meer plekken in de wereld aanwezig. Ik denk dat ik me ongeveer een maand eerder dan de meeste mensen in Europa zorgen begon te maken.

Actueel nieuws over onze hulp in je inbox ontvangen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief. https://www.artsenzondergrenzen.nl/nieuwsbrief/

2. Waar houd jij je nu mee bezig?

In landen als China, de Verenigde Staten en Nederland wordt het aantal COVID-19 patiënten redelijk goed bijgehouden. Evenals wat de risicogroepen zijn. Sommige andere landen hebben niet de capaciteit om dat te volgen. Dat zijn juist vaak de plekken waar wij werken. Daarom hebben we een surveillancesysteem opgezet in 26 landen. Daarmee houden we in onze projecten bij hoeveel mensen mogelijk het coronavirus hebben, uit welk gebied zij komen en wie het zijn.

3. Waarom is deze informatie zo belangrijk?

In veel landen waar we werken is het coronavirus waarschijnlijk al aanwezig. Misschien wordt het coronavirus daar nog wel volledig onderschat. Het is heel belangrijk om te weten hoe COVID-19 zich op die plekken gedraagt en welke groepen mensen het meest kwetsbaar zijn. In Nederland zien we bijvoorbeeld dat kinderen nauwelijks klachten krijgen van COVID-19. Is dat hetzelfde in Zuid-Soedan? Daar wonen kinderen bij wie het immuunsysteem eerder al is verzwakt door de mazelen of malaria. Ook is er ondervoeding. Zou het kunnen dat kinderen daar wel tot de risicogroepen behoren? Het is belangrijk dat we daar meer over weten. Dan kunnen we onze hulp daarop aanpassen en mogelijk meer slachtoffers voorkomen.

4. Wat zijn jouw grootste zorgen nu?

Het is voor mij als epidemioloog confronterend dat we deze informatie kunnen verzamelen, maar een crisis in die landen niet kunnen voorkomen. Een lockdown is op veel plekken bijvoorbeeld niet mogelijk. Mensen moeten daar elke dag aan het werk om eten te kunnen kopen voor hun families. Ze kunnen niet voor een week boodschappen doen en thuisblijven.

Daarbij werken we nu heel hard om ook de gewone zorg door te laten gaan in onze projecten. Zoals bijvoorbeeld vaccinatieprogramma’s tegen de mazelen, zodat over twee jaar niet opeens veel kinderen daaraan sterven.

5. Zijn er ook momenten dat je trots bent?

Ja, ik ben toch wel trots dat we in vier weken dit hele surveillancesysteem hebben opgezet in 26 landen. Dat was een grote uitdaging. Wij doen natuurlijk vaak onderzoek naar ziekte-uitbraken. Maar dan meestal onder een specifieke populatie of in een bepaald land. Nu moest het heel snel en tegelijkertijd in 26 landen. Dat is zelfs voor Artsen zonder Grenzen een extreme situatie.