Marit de Wit

Marit van Lenthe

Voormalig medisch adviseur, inmiddels voorzitter

Marit is tropenarts en heeft jaren voor ons in het buitenland gewerkt. In haar functie destijds als medisch adviseur op ons hoofdkantoor in Amsterdam heeft zij zich op de medische aspecten van onze hulp gericht.

Stel je voor

Stel je voor: je kind is ziek en je woont in Delfzijl. Voor de dichtstbijzijnde huisarts moet je naar Eindhoven. Een reis van drie uur, per auto. Je moet ook nog op je akkertje werken. En wie zorgt er voor je andere kinderen als jij weg bent? Er is ook nog een kans dat je vijf uur moet wachten en niet eens aan de beurt komt. Dan denk je als moeder sneller: ik kijk het nog een dagje aan.

Bij de buren

Wat als je in plaats daarvan bij je buren kan aankloppen? Dát idee hebben we uitgevoerd. We hebben mensen gezocht die kunnen lezen en schrijven, en die aanzien in hun dorp genieten. We hebben hen een week lang getraind hoe zij de drie meest levensbedreigende ziekten en aandoeningen voor kinderen kunnen herkennen en behandelen: malaria, longontsteking en diarree.

Lopend

Mijn voorbeeld gaat over de tocht van Groningen naar Noord-Brabant. Maar in Oost-Congo zijn er geen goede wegen, en moeten mensen diezelfde afstand ook nog eens lopen. Hier werken wij in een ziekenhuis met drie tot vijf gezondheidsposten rondom, vergelijkbaar met huisartsenposten. Dat is alsof we in heel Nederland één ziekenhuis zouden hebben en drie huisartsen voor een hele provincie.

De lange, steile en niet bestrate weg naar het ziekenhuis in Lulimba
De lange, steile en niet bestrate weg die mensen moeten belopen om bij het ziekenhuis in Lulimba te komen. © Frank Rammeloo/MSF

Voorverpakt

Zo hebben we hen geleerd een malariatest af te nemen. Dat kan met een voorverpakt setje waarin alles zit: een sterilisatiedoekje, naald, watje en een simpele test die in 15 minuten uitslag geeft. Heeft het kind malaria, geven ze kant-en-klare voorverpakte malariamedicijnen mee die bij de leeftijd en het gewicht van het kind horen. Is de test negatief, dan checken ze op longontsteking. Simpelweg door de ademhaling gedurende één minuut te tellen. De uitkomst vergelijken ze met een tabel met getallen waarop staat wat normaal is voor een kind van die leeftijd. Ademt het kind te snel, dan geven ze antibiotica. Ook die hebben wij voorverpakt en afgemeten.

Alarm slaan

Heeft het kind diarree, geven ze een paar zakjes ORS, rehydratiezout, mee om in water op te lossen. Zo voorkom je dat de kinderen uitdrogen, wat tot de dood kan leiden. Ze kijken meteen of het kind ondervoed kan zijn met een bandje met 4 kleurenzones die je om de linkerbovenarm doet. De rode zone kan duiden op ernstige ondervoeding, dan verwijzen ze de ouders naar de dichtstbijzijnde gezondheidspost of ziekenhuis. Wat ook mooi is, als je buurman die medicijnen heeft gegeven, kan hij de volgende dag ook navragen: ‘Heb je de medicijnen aan je kind gegeven? Slikt ie ze goed?’ We hebben ze daarnaast ook getraind om andere symptomen te herkennen waarop ze alarm moeten slaan.

Behapbaar

Door het simpel te houden, drie ziekten, is het voor hen heel goed te behappen. Per slot zijn ze geen dokters. En we ondersteunen hen: elke week gaat een team ernaar toe om een dagdeel samen patiënten te zien om te kijken hoe ze het doen, de medicijnen bij te vullen, en patiëntgegevens te bekijken en vergelijken. Die gegevens checken we met andere locaties, is het in lijn met elkaar?

Voordeel in drievoud

Inmiddels zijn we ruim een jaar bezig met dit model. Met drie grote voordelen. Eén: onze medische zorg dekt een veel groter gebied, twee: kinderen worden veel vroeger behandeld, met goede medicijnen, in de juiste dosering. En drie: stel onze teams moeten evacueren, dan zijn er nog de burenverzorgers die kinderen voor de meest voorkomende ziekten kunnen behandelen.

Model

Je kunt je afvragen: past dit bij het werk van Artsen zonder Grenzen? Volgens mij wel: we voorkomen heel direct veel doden en de manier waarop wij dit doen is heel erg gericht op medische zorg in een onveilige situatie. Binnen het internationale Artsen zonder Grenzen netwerk zijn wij de enigen die dit nu op deze schaal doen. Het principe is niet nieuw, maar de uitvoering in een crisisgebied dat én moeilijk bereikbaar is én waar er structureel onveiligheid heerst, is dat wél.

Voor het dorp

In negen maanden hebben we in en rond het plaatsje Kimbi Lulenge zo 150 duizend kinderen bereikt, de grote jaarlijkse piek in malaria nog niet meegeteld. De mensen die dit doen zijn enorm trots op hun werk en doen dit ook consciëntieus. Ze doen het vóór hun dorp. En mensen zeggen tegen ons: ‘Er gaan geen kinderen meer dood in het dorp.’ Natuurlijk kun je denken: wat als het misgaat, wat als er een foutje wordt gemaakt? Maar het is al honderd keer onderzocht dat dit kan; beter een behandeling door de buurman, dan helemaal geen behandeling.Sommige dokters vinden het moeilijk om die zorg uit handen te geven. Maar ja, ik ben ook dokter en ik denk dan: wat is beter?