Artsen zonder Grenzen biedt medische noodhulp in conflictgebieden, bij natuurrampen en uitbraken van dodelijke ziektes.

Marit van Lenthe

Bestuursvoorzitter Artsen zonder Grenzen

Dag Marit, u bent tropenarts en bestuursvoorzitter van Artsen zonder Grenzen en u zat een jaar geleden veel in DR Congo, wat deed u daar?

Ik was medisch adviseur voor Artsen zonder Grenzen in DR Congo. Ik was verantwoordelijk voor de medische inhoud van alle programma’s.

Hoe is de situatie nu (in het land)?

Op dit moment heerst er in het land een mazelenepidemie. Veel zieke mensen die naar de klinieken komen en er zijn over vaccinatiecampagnes aan de gang. DR Congo is een gigantisch groot land, met een heel gevarieerd landschap. Veel plekken zijn moeilijk bereikbaar of zelfs onbereikbaar. Dat maakt het vaccineren bijvoorbeeld heel lastig.

In een grote stad kan je duizend kinderen op een dag vaccineren met een klein team, maar in DR Congo zijn er veel plekken en dorpen die in zeer afgelegen gebieden liggen. Het is een ongelofelijk moeilijke logistieke operatie en uitdaging om de teams en het materiaal op de juiste plaats te krijgen. Daar komt bij dat een mazelenvaccinatie op een constante (lage) temperatuur moeten worden gehouden.

Hoe hoog is de vaccinatiegraad in DR Congo?

Het wisselt heel sterk. In sommige stedelijke gebieden ligt het boven de 90%, maar middenin in het land zijn er plekken waar 1 op de 4 kinderen en volwassenen misschien gevaccineerd is. Daar zit een probleem. Als je op een moment in je leven mazelen krijgt ben je eigenlijk voor de rest van je leven immuun voor de ziekte. Als je 1, maar het liefst 2 goede vaccinaties krijgt ook.

Maar er zijn plekken waar mensen echt zo afgelegen wonen die al een lange tijd niet aan mazelen zijn blootgesteld en waar de vaccinatiegraad dus heel laag is. Er hoeft maar 1 iemand binnen te komen met mazelen en iedereen krijgt het, jong en oud.

Het is een besmettelijke ziekte die wel goed te bestrijden is..?

Dat is het paradoxale; 1 patiënt besmet gemiddeld 12 tot 15 mensen. Je kan je dus voorstellen dat als niemand gevaccineerd is de ziekte zich snel kan verspreiden. We hebben al heel erg lang een goed vaccin. Het is heel goedkoop en heel goed toe te dienen, maar de context van DR Congo bemoeilijkt de bestrijding.

Waarom bereiken jullie ook in de afgelegen gebieden die mensen niet?

Ik denk dat we met alle organisaties ongelofelijk ons best doen. Wereldwijd is er een goede strategie uitgerold, in Nederland wordt iedereen op jonge leeftijd gevaccineerd. De context van DR Congo is de uitdaging. Die vaccinaties moeten in een koelkast bewaard worden, in een health center of kliniek moeten die koelkasten dus goed werken. Ook moet er een zogeheten cold-chain opgezet worden. Het systeem wat wereldwijd wordt ingezet om mazelen te bestrijden, werkt niet in DR Congo.

Hoeveel mensen wonen er in DR Congo?

90 miljoen. De combinatie van een lage vaccinatiegraad met een bevolking die veel in beweging is, maakt dat de ziekte zich razendsnel verspreid.

Maar mensen wonen toch afgelegen? Dat is toch juist handig om de verspreiding tegen te gaan?

Er hoeft maar 1 vader naar de stad te gaan en mazelen op te lopen en het mee terug te nemen naar het dorp. Dat zorgt er dan weer voor dat de ziekte zich snel verspreid.

In hoeverre speelt de chaos een rol?

In Oost DR Congo is het al jaren onrustig. Er is continue chaos, oorlog, plunderingen. Toegang tot hulpverlening is heel lastig voor de bevolking. Daarom zijn wij juist ook aanwezig in onveilige gebieden om zorg te bieden, maar zoals we bij de ebola uitbraak in het land hebben gezien worden gezondheidswerkers ook aangevallen. Of gezondheidscentra. Stel je voor dat een dorp of centrum wordt aangevallen, dan kan je weer helemaal opnieuw beginnen. Een grote uitdaging.

Ebola was heel veel aandacht voor afgelopen zomer, daar zijn (ruim) 2.000 mensen aan overleden. Hoe komt dat het verschil in aandacht zo groot is?

Ebola roept angst bij mensen op. Het overlijdenspercentage is iets van 1 op de 2 patiënten. Dat is een stuk hoger dan mazelen. En mazelen is iets wat we al heel lang kennen en dat maakt het een stuk minder eng. Beide zijn verschrikkelijk. Gek genoeg is het ingewikkelder om geïnfecteerd te raken door ebola dan mazelen.

Het kabinet weet ook dat er 6.000 mensen zijn overleden aan mazelen, wat doen ze daaraan?

Dat weet ik niet precies, maar mazelen is gelinkt aan chaos en conflict. In de Eerste Kamer wordt binnenkort een wet behandeld die het reizen naar conflictgebieden strafbaar stelt. Daar is geen uitzondering gemakt voor humanitaire hulpverleners en journalisten. Als daar een grote uitbraak is, worden wij als Artsen zonder Grenzen belemmerd om daar snel heen te gaan en hulp te verlenen. Dat is iets wat zo tegenstrijdig is. Dan zouden we toestemming moeten vragen aan de Nederlandse overheid of we naar een land mogen afreizen. Dat botst enorm met de waarden van Artsen zonder Grenzen.

Het kan dus niet zo zijn dat wij toestemming moeten vragen en dus ook een mogelijk ‘nee’ kunnen verwachten. Het kan niet dat in conflictgebieden werken en dat de aanwezige partijen weten dat wij toestemming nodig hebben van de Nederlandse overheid. Dat maakt ons kwetsbaar en is zelfs gevaarlijk voor onze teams.

Ik heb geen blij toekomstbeeld voor de mensen in DR Congo, klopt dat?

Ja dat kan kloppen, maar het is lastig. Ik word heel blij als ik naar Congo mag, omdat ik de wil en veerkracht van de mensen zie. De vloek is de rijke grond, waar iedereen een graantje van wil mee pikken. Men heeft dan baat bij chaos. Als we met z’n allen buiten de lijntjes durven te kleuren en een ander vaccinatiesysteem kunnen opzetten in DR Congo, dan kunnen de strijd met mazelen in het land winnen.’