Geen dekens of schoon drinkwater

Het afgelopen jaar hebben meer dan 13.000 families uit Jemen hun toevlucht gezocht in Marib. Intussen zijn er zo’n 150 vluchtelingenkampen ontstaan rond de stad. De meeste mensen hebben geen onderdak, dekens, eten en schoon water. Ook toiletten zijn er nauwelijks. Veel van de tijdelijke onderkomens zijn gemaakt van struiken, takken of plastic platen van de vuilnisbelt. De winter in Marib is genadeloos: in de woestijn waait een sterke, koude wind en dalen de temperaturen onder de 10°C. Veel mensen hebben moeite om warm te blijven. De onhygiënische leefomstandigheden en het gebrek aan schoon drinkwater vormen een groot gezondheidsrisico voor de mensen die hier leven.

Een vrouw giet de laatste druppels water uit de jerrycan. © Hesham Al Hilali
frontlinie conflict Jemen

Haar familie bestaat uit 31 mensen en leven allemaal in 2 tenten op een paar kilometer afstand van de frontlinie van het aanhoudende conflict in Jemen. © Hesham Al Hilali

Abdu Sabit zit buiten haar tent in het Al-Khuseif-kamp in Marib, Jemen.

Van humanitaire crisis naar gezondheidscrisis

Onze teams verlenen medische zorg vanuit 8 mobiele klinieken in Marib. Het aantal patiënten loopt flink op. Vooral kinderen lijden onder de slechte sanitaire voorzieningen en de barre levensomstandigheden. ‘De humanitaire crisis van Marib kan zomaar leiden tot een gezondheidscrisis,’ zegt Muhammad, onze medisch coördinator. ‘De situatie is alarmerend. Er is een hoog risico op uitbraken van ziekten, waaronder mazelen, cholera en COVID-19. Meer organisaties moeten hulp bieden om catastrofale gezondheidssituatie te voorkomen.'

Hulpverlener Yaseem controleert de temperatuur van een patiënt in de mobiele kliniek Al-Khuseif in Marib, Jemen.
Arts Asma onderzoekt baby Aliya in de mobiele kliniek in Marib, Jemen. Baby Aliya is ondervoed. © Hesham Al Hilali

Alleen thee en brood

Abdu Sabit woont met zijn hele familie in 2 kleine tenten. ‘We komen onze dag door op wat thee en brood. Het is meer dan een maand geleden dat we een goede maaltijd hebben gehad,’ zegt Abdu. Hij komt oorspronkelijk uit de stad Taiz. Dit is de tweede keer dat hij vlucht voor het geweld. ‘We zijn dag en nacht bang,’ vertelt hij. Slechts een paar kilometer loopt de frontlinie. ‘Meestal is er een pauze van een uur. Daarna horen we het geweld weer losbarsten. Ik maak me geen zorgen om mezelf, maar vooral om de kinderen. Als de explosies nog dichterbij komen, nemen we wat water mee en zetten we het op een rennen. Waar naartoe, weet ik niet.'

Mohammed woont in het Al-Khuseif-kamp met zijn vrouw en dochter in een kleine tent. © Hesham Al Hilali
Ahmad zit met zijn twee zonen in zijn tent. Hijwoont met zijn gezin van 16 in twee kleine tenten. © Hesham Al Hilali