Epidemie in een conflictgebied

De grote ebola-uitbraak van 2018-2020 was de tiende ebola-uitbraak in Congo en de tweede dodelijkste ebola-epidemie in de wereld ooit. (De grootste was de ebola-epidemie in West-Afrika van 2014 – 2016.) Wat de strijd tegen ebola deze keer enorm moeilijk maakte, was het feit dat het om conflictgebieden ging. Met name in de provincies Noord- en Zuid-Kivu wordt al jaren gevochten en is het wantrouwen tegen autoriteiten groot. Naar schatting zijn er meer dan 100 gewapende groepen actief. Ook de oostelijke provincie Ituri werd getroffen.

Wat hebben we gedaan?

  • Onze teams hebben ebolaklinieken opgezet en zieken verzorgd.
  • Zij verzorgden mensen met ebolasymptomen in speciale klinieken, in afwachting van hun testuitslag.
  • Ze hebben mensen tegen ebola ingeënt en gezondheidsvoorlichting gegeven.
  • Contactonderzoek om zo andere besmette mensen op te kunnen sporen, hoorde ook tot ons werk.
  • Ook hebben zij voorzorgsmaatregelen om verspreiding tegen te gaan versterkt.
  • Daarnaast zijn zij bijgesprongen in ziekenhuizen en gezondheidsposten zodat mensen voor andere gezondheidsklachten en bijvoorbeeld vrouwen die hulp nodig hebben bij de bevalling, op medische zorg konden rekenen.
  • Na ernstige aanvallen in februari 2019 op onze ebolaklinieken in Katwa en Butembo hebben wij noodgedwongen het werk in deze ebolaklinieken stopgezet.

Ebolaklieken

Wij hebben nu onze ebolaklinieken in de plaatsen Beni en de provinciale hoofdstad Goma aan de Congolese gezondheidsautoriteiten overgedragen. Om het provinciale ziekenhuis in Goma te helpen het hoofd te bieden aan nieuwe uitbraken, hebben wij een speciale kliniek voor het behandelen van mensen met besmettelijke ziekten op het ziekenhuisterrein gebouwd.

Wat hebben we gedaan?

Wat de strijd tegen de ebola-epidemie extra moeilijk maakte, was het feit dat het ging om een conflictgebied. Dit zijn de lessen van deze epidemie.

  • Wantrouwen en onveiligheid waren grote obstakels. Daarom hebben onze teams nauw samengewerkt met de gemeenschappen en hen in onze hulp betrokken.
  • Ebolahulp moet niet op zichzelf staand worden gegeven. Want ziekten als malaria en mazelen eisen er de meeste slachtoffers. Onze teams zijn doorgegaan met onze bestaande medische noodhulp en die uitgebreid naar andere plaatsen, én hebben ook kinderen tegen mazelen ingeënt.
  • In plaats van grote, centrale ebolaklinieken hebben de mensen meer baat bij kleinere klinieken verspreid door het gebied zodat zorg dichter bij huis mogelijk is.
  • Grootscheepse, brede vaccinatie (dus het zorgpersoneel en hulpverleners in de frontlinie én bevolking) helpt. We hebben bij de Congolese overheid gepleit om een rede vaccinatiecampagne toe te laten. Eind 2019 gingen zij daarmee akkoord.
  • De aanwezigheid van het Congolese leger jaagde mensen angst aan. Met als gevolg dat zij geen medische hulp durfden te zoeken.