Verpleegkundige Thok

Thok Johnson

medisch coördinator & verpleegkundige

Thok Johnson is geboren in Zuid-Soedan. Door de oorlog in zijn thuisland groeide hij op in een vluchtelingenkamp in Ethiopië. Nu werkt hij voor Artsen zonder Grenzen.

portret magazine

Safaa Awedh

supporter

Safaa ontvluchtte haar thuisland Syrië. Nu woont ze met haar vier kinderen in Nigtevegt. Samen met dorpsgenoten zamelt Safaa geld in voor Artsen zonder Grenzen door zelfgemaakte kussens, mondkapjes en tassen te verkopen. Zo hebben ze al 13.000 euro bijgedragen aan onze medische noodhulp wereldwijd.

Waarom wilde je graag verpleegkundige worden?

Thok: Artsen en verpleegkundigen hebben mijn leven gered. Ik woonde vroeger met mijn familie in een vluchtelingenkamp in Ethiopië. Toen ik twaalf was kreeg ik de mazelen en werd ik heel erg ziek. Net zoals de rest van mijn familie. Mijn broer overleed. Door de hulp van artsen en verpleegkundigen hebben mijn andere familieleden het overleefd. Sindsdien wilde ik verpleegkundige worden, omdat ik anderen wil helpen. Net zoals ik destijds zelf ben geholpen.

Door de hulp van artsen en verpleegkundigen hebben mijn andere familieleden het overleefd.
Thok
Thok werkt in het Kutupalong vluchtelingenkamp in Bangladesh. Hier wonen honderdduizenden Rohingya-vluchtelingen.
Thok werkt in het Kutupalong vluchtelingenkamp in Bangladesh.

Je groeide op in een vluchtelingenkamp. Hoe is het je gelukt om verpleegkundige te worden?

Thok: Ik heb hard mijn best gedaan op school in Ethiopië. En dat was soms best moeilijk, want je hebt als vluchteling nog allerlei andere zorgen. Soms zat ik in de klas met een knorrende maag, omdat ik niet had gegeten. Dan vroeg ik me af: zal er wel eten zijn als ik vanavond thuiskom? Ik kreeg vaak geen schoolboeken, dus moest ik het lesmateriaal kopiëren van andere leerlingen. En dan heb je nog te maken met de vijandigheid tegen vluchtelingen. Je moest altijd op je tenen lopen. Ik ben er trots op dat het me is gelukt om verpleegkundige en nu zelfs medisch coördinator voor Artsen zonder Grenzen te worden.

Je helpt nu vluchtelingen in Bangladesh. Denk je dan vaak aan je eigen jeugd?

Thok: Ik weet hoe ellendig je je kan voelen als je in een vluchtelingenkamp zit. De Rohingya hier hebben geen land meer en geen idee van hoe hun toekomst eruitziet. Hun situatie is uitzichtloos. Ik heb ervaren hoe waardevol het dan is om medische hulp te krijgen en gezien te worden. Natuurlijk hoop ik dat een van de jonge vluchtelingen die ik hier help, later zelf arts of verpleegkundige zal worden.

Ik weet hoe ellendig je je kan voelen als je in een vluchtelingenkamp zit.
Thok
Blogfoto Thok verpleegkundige
© Dirk-Jan van der Poel/MSF

Ik ben zelf ooit vluchteling geweest en weet hoe dankbaar ik was voor de hulp die we kregen. Welke reacties krijg jij?

Thok: Veel patiënten zijn heel dankbaar. We nemen hier mensen op die soms nergens anders terecht kunnen voor medische hulp. Zo kregen we laatst een hoogzwangere vrouw binnen die al drie kinderen was verloren door complicaties tijdens de bevalling. We hebben haar opgenomen en uiteindelijk is de baby gezond ter wereld gekomen met een keizersnede. Ik kon zien hoe blij de vrouw en haar man waren met hun eerste kindje. Ze gaven de baby een naam die ‘vreugde’ betekent.

Ik kon zien hoe blij de vrouw en haar man waren met hun eerste kindje. Ze gaven de baby een naam die ‘vreugde’ betekent.
Thok

Wat zijn moeilijke momenten tijdens je werk?

Thok: Artsen zonder Grenzen gaat vaak naar plekken waar niemand wil zijn of heen gaat. Zo heb ik vlakbij de frontlinie in Jemen gewerkt. Daar moesten we soms in de schuilkelder bombardementen of gevechten afwachten. Ik heb het eerder ervaren in mijn eigen land, maar toch blijft het moeilijk. In Afghanistan heb ik meegemaakt hoe een bom vlakbij ons ziekenhuis ontplofte. In een klap werden er tientallen gewonden binnen gebracht. Iedereen moest bijspringen. Ik reanimeerde patiënten en probeerde ze te stabiliseren. Dat zijn heftige momenten. Toch geeft het ook aan hoe belangrijk het is dat we juist daar zijn en mensen helpen.

De drie jaar oude Aiman wordt behandeld in onze kliniek in Ibb, Jemen
Een jongen wordt onderzocht in een van onze ziekenhuizen in Aden. © Ehab Zawati/MSF

Ik woon in Nederland zonder mijn familie. Hoe ga jij om met het gemis van jouw familie als je in het buitenland aan het werk bent?

Thok: Ik heb twee kinderen en hen mis ik zeker. Voordat ik naar Jemen ging, gaf mijn zoon mij een foto van hemzelf waarop hij een T-shirt droeg met de tekst: I love my life. Zo wilde hij laten zien dat hij wél van zijn leven hield in tegenstelling tot mij. Omdat ik naar een gevaarlijk land als Jemen ging, dacht mijn zoon dat ik mijn leven niet veel waard vond. Ik heb lang met hem gesproken en hem verteld wat ik heb meegemaakt in mijn jeugd. En dat ik daarom graag mensen in nood wil helpen. Toen begreep mijn zoon het en wilde hij de foto graag weer terug hebben. Ik ben blij dat ik ze over een paar weken weer zie.

Wat doe je daar als je niet werkt?

Thok: Ik werk bijna altijd. Helemaal nu met de situatie rondom COVID-19. Maar als er tijd over is, dan kijk ik graag naar voetbal. Door toeval ben ik supporter geworden van Manchester United. Toen ik in het vluchtelingenkamp zat, kregen we tweedehands kleding. In mijn pakket zat een broekje van Manchester United. Sindsdien ben ik fan.

Waar droom jij van?

Thok: Ik droom dat mijn familie gezond blijft. Daarnaast is mijn grote droom dat oorlogen stoppen en de menselijkheid terugkeert. Zodat mensen die nu lijden in bijvoorbeeld Jemen of Bangladesh weer naar huis kunnen. Dan zou de wereld toch een prachtige plek zijn.

ziekenhuis cox's bazar artsen zonder grenzen bangladesh
Teams onderzoeken een baby in ons moeder-en-kind-ziekenhuis in Cox's Bazar. ©Hasnat Sohan

Hoe helpen wij in Bangladesh?

In 2017 ontvluchtten honderdduizenden Rohingya hun thuisland Myanmar na een ‘schoonmaakoperatie’ uitgevoerd door de Myanmarese veiligheidsdiensten. Nu wonen bijna een miljoen Rohingya in het gigantische vluchtelingenkamp Kutupalong in Bangladesh. Onze teams werken in verschillende ziekenhuizen en hulpposten verspreid over het kamp. Ook verlenen we psychosociale hulp en zetten we vaccinatieprogramma's op. In de vaak overvolle vluchtelingenkampen is schoon water van levensbelang, omdat ziekten zich snel kunnen verspreiden via vuil water. Daarom zorgen we voor ruim 1,3 miljoen liter schoon drinkwater per dag.